Waarom schouderinstabiliteit lastig te voorspellen blijft
Bewegingswetenschapper Sanne van Spanning onderzocht welke risicofactoren een rol spelen als de kop van de bovenarm opnieuw uit de schouderkom is geschoten. De belangrijkste conclusie is dat het lastig blijft om falen van therapie te voorspellen.
Wanneer een schouder uit de kom schiet, kan dat een flinke impact hebben op het dagelijks leven. Veel mensen blijven daarna klachten houden: de schouder voelt onzeker, schiet soms opnieuw uit de kom en sporten of werken wordt lastig. Artsen kunnen kiezen uit verschillende behandelingen, maar het grote probleem is dat nog niet goed te voorspellen is welke behandeling bij welke patiënt het beste zal werken.
Sommige patiënten herstellen namelijk snel en blijvend, terwijl anderen ondanks een operatie of fysiotherapie toch terugkerende instabiliteit krijgen. Dat maakt het voor zorgverleners moeilijk om duidelijke verwachtingen te schetsen en voor patiënten lastig om een weloverwogen keuze te maken. Dit onderzoek richtte zich daarom op de vraag: welke risicofactoren spelen een rol in het opnieuw krijgen van een schouderluxatie?
Om beter te kunnen voorspellen bij wie de behandeling wel of niet slaagt zal in de toekomst anders onderzoek gedaan moeten worden, waarbij er meer consensus moet zijn over de manier waarop de deze vraag willen beantwoorden.
Meer informatie over het