BEGIN:VCALENDAR VERSION:2.0 PRODID:-//ĢƵ//NONSGML v1.0//EN NAME:Promotie S.J.D. van Alten METHOD:PUBLISH BEGIN:VEVENT DTSTART:20250115T154500 DTEND:20250115T171500 DTSTAMP:20250115T154500 UID:2025/promotie-s-j-d-van-alten@8F96275E-9F55-4B3F-A143-836282E12573 CREATED:20250504T003314 LOCATION:(1e verdieping) Auditorium, Hoofdgebouw De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam SUMMARY:Promotie S.J.D. van Alten X-ALT-DESC;FMTTYPE=text/html:
Genetics, Human Capital Formation and the Intergenerational Transmission of Socioeconomic St atus
Waarom zijn kinderen van welvarende ouders vaak zelf ook succ esvol? Uit onderzoek van VU-econoom Sjoerd van Alten blijkt dat niet alleen genetica een rol speelt, maar ook de opvoedingsomgeving die ou ders creëren.
Kansenongelijkheid is een thema waar maatschappelijk e n politiek veel aandacht voor is. Nieuw onderzoek van Van Alten toont aan dat de genen van ouders een grote invloed hebben op het onderwij s, inkomen en vermogen van diezelfde kinderen op volwassen leeftijd.< /p>
Wat dit onderzoek bijzonder maakt, is de identificatie van twee manieren waarop genetica de overdracht van kansen tussen generaties beïnvloedt. Allereerst is er het directe mechanisme: ouders geven ge nen door aan hun kinderen, die invloed hebben op hun aanleg en vaardi gheden, zoals hun cognitieve capaciteiten en persoonlijkheidstrekken. Zo kan een hoge intelligentie die genetisch bepaald is, direct bijdr agen aan betere schoolprestaties. Daarnaast is er een indirect mechan isme, waarbij de genen van ouders bijdragen aan de omgeving waarin ki nderen opgroeien. Een voorbeeld hiervan is dat ouders met een hoge we rkethiek (een eigenschap die deels genetisch bepaald kan zijn) eerder een stimulerende leeromgeving creëren voor hun kinderen, bijvoorbee ld door veel boeken in huis te hebben of door meer tijd en middelen t e besteden aan de educatie van hun kinderen.
De resultaten van het onderzoek hebben grot e gevolgen voor beleidsmakers en de aanpak van ongelijkheid. Het onde rzoek toont aan dat genetica en de omgeving waarin iemand opgroeit st erk met elkaar verweven zijn. Dit betekent dat beleidsinterventies, z oals het verbeteren van opvoedingsomstandigheden, kansenongelijkheid aanzienlijk kunnen verkleinen.
“Hoewel genetische factoren ee n belangrijke rol spelen, is het aanpassen van de omgeving waarin kin deren opgroeien een krachtig middel om ongelijkheid te verminderen,� � benadrukt Van Alten. Door rekening te houden met zowel genetica als gedragsvoorkeuren, kunnen beleidsmakers effectiever beleid ontwikkel en en de impact van genetische verschillen beperken.
Meer infor matie over het
DESCRIPTION: