BEGIN:VCALENDAR VERSION:2.0 PRODID:-//ĢƵ//NONSGML v1.0//EN NAME:Promotie T. Bresser METHOD:PUBLISH BEGIN:VEVENT DTSTART:20240627T134500 DTEND:20240627T151500 DTSTAMP:20240627T134500 UID:2024/promotie-t-bresser@8F96275E-9F55-4B3F-A143-836282E12573 CREATED:20250507T010646 LOCATION:De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam SUMMARY:Promotie T. Bresser X-ALT-DESC;FMTTYPE=text/html:

ĢƵ

Below the surface

< h3>De rol van hersenverbindingen bij slapeloosheid verklaard

I nsomnia ofwel slapeloosheid is een veelvoorkomend probleem, dat ook h et risico op depressies verhoogt. Helaas begrijpen we de onderliggend e neurobiologische mechanismen nog onvoldoende. Uit onderzoek van neu rowetenschapper Tom Bresser blijkt dat de witte stof in de hersenen, die verschillende hersengebieden met elkaar verbindt, verschilt bij m ensen met insomnia vergeleken met mensen zonder slaapproblemen.   ;

Meerdere mechanismen dragen bij aan vorm insomnia
Bressers onderzoek laat zien dat de verbindingen in de herse nen van mensen met insomnia enigszins verschillen met die van mensen zonder slaapproblemen. Een belangrijk resultaat is dat verschillende vormen van insomnia (bij mensen met verschillen in persoonlijkheidske nmerken) ook andere patronen van hersenverbindingen die verschillen l aten zien. Dit suggereert dat er mogelijk meerdere mechanismen zijn d ie bijdragen aan insomnia. Daarnaast blijkt dat verschillen in hersen verbindingen waarschijnlijk bijdragen aan de ernst van insomnia, maar ook dat effectieve behandelingen subtiele veranderingen teweeg kunne n brengen. 

Betere en gerichtere behandelingen
De bevindingen van Bressers onderzoek helpen om beter te be grijpen welke netwerken in de hersenen betrokken zijn bij insomnia en hoe deze verschillen mogelijk bijdragen aan het risico op depressiev e klachten. De kennis hiervan zal hopelijk bijdragen aan de ontwikkel ing van betere behandelingen, die mogelijk gerichter kunnen worden in gezet. Daarbij hoopt Bresser dat zijn resultaten helpen om mensen die last hebben van insomnia meer inzicht te geven in hun klachten.  ;

Slaaplab
Om een gedetailleerd beeld te k rijgen werd het brein van mensen beide groepen gemeten met een MRI-sc anner. Bresser: “Deze hersenscans verzamelde ons slaaplab over jare n heen op het Nederlands Herseninstituut met behulp van vele proefper sonen. In 2018-2020 hebben we bijvoorbeeld een uitgebreide studie ged aan naar de effectiviteit van behandelingen voor insomnia, terwijl we ook hersenscans en slaapdata hebben verzameld op meerdere momenten. Hierdoor konden we onderzoeken of witte stof kan voorspellen of behan delingen zoals cognitieve gedragstherapie en ondersteuning van het ci rcadiaanse ritme effect gaan hebben, maar ook of deze behandelingen d e witte stof veranderen.” 

Meer informatie over het proefschrift

DESCRIPTION:

De rol van hersenverbindingen bij slapeloosheid verkl aard

Insomnia ofwel slapeloosheid is een veelvoorkomend probleem , dat ook het risico op depressies verhoogt. Helaas begrijpen we de o nderliggende neurobiologische mechanismen nog onvoldoende. Uit onderz oek van neurowetenschapper Tom Bresser blijkt dat de witte stof in de hersenen, die verschillende hersengebieden met elkaar verbindt, vers chilt bij mensen met insomnia vergeleken met mensen zonder slaapprobl emen.   Meerdere mechanismen dragen bij aan vorm insomni a
Bressers onderzoek laat zien dat de verbindingen in de hersenen van mensen met insomnia enigszins verschillen met die van me nsen zonder slaapproblemen. Een belangrijk resultaat is dat verschill ende vormen van insomnia (bij mensen met verschillen in persoonlijkhe idskenmerken) ook andere patronen van hersenverbindingen die verschil len laten zien. Dit suggereert dat er mogelijk meerdere mechanismen z ijn die bijdragen aan insomnia. Daarnaast blijkt dat verschillen in h ersenverbindingen waarschijnlijk bijdragen aan de ernst van insomnia, maar ook dat effectieve behandelingen subtiele veranderingen teweeg kunnen brengen.  Betere en gerichtere behandelingen
De bevindingen van Bressers onderzoek helpen om beter te beg rijpen welke netwerken in de hersenen betrokken zijn bij insomnia en hoe deze verschillen mogelijk bijdragen aan het risico op depressieve klachten. De kennis hiervan zal hopelijk bijdragen aan de ontwikkeli ng van betere behandelingen, die mogelijk gerichter kunnen worden ing ezet. Daarbij hoopt Bresser dat zijn resultaten helpen om mensen die last hebben van insomnia meer inzicht te geven in hun klachten.  Slaaplab
Om een gedetailleerd beeld te krijgen werd het brein van mensen beide groepen gemeten met een MRI-scanner. Bresser: “Deze hersenscans verzamelde ons slaaplab over jaren heen op het Nederlands Herseninstituut met behulp van vele proefpersonen. In 2018-2020 hebben we bijvoorbeeld een uitgebreide studie gedaan naa r de effectiviteit van behandelingen voor insomnia, terwijl we ook he rsenscans en slaapdata hebben verzameld op meerdere momenten. Hierdoo r konden we onderzoeken of witte stof kan voorspellen of behandelinge n zoals cognitieve gedragstherapie en ondersteuning van het circadiaa nse ritme effect gaan hebben, maar ook of deze behandelingen de witte stof veranderen.”  Meer informatie over het proefschrift< /a> Below the surface END:VEVENT END:VCALENDAR