ĢƵ

Onderwijs Onderzoek Actueel ĢƵ EN
Login als
Studiekiezer Student Medewerker
Bachelor Master VU for Professionals
HOVO Amsterdam VU-NT2 VU Amsterdam Summer School Honoursprogramma Universitaire lerarenopleiding
Promoveren aan de VU Uitgelicht onderzoek Prijzen en onderscheidingen
Onderzoeksinstituten Onze wetenschappers Research Impact Support Portal Impact maken
Nieuws Agenda Biodiversiteit aan de VU
Israël en Palestijnse gebieden Cultuur op de campus
Praktische informatie VU en innovatiedistrict Zuidas Missie en Kernwaarden
Organisatie Samenwerking Alumni Universiteitsbibliotheek Werken bij de VU
Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Zo houd je rekening met studenten met autisme

Terug naar het overzicht van alle didactische tips
Laatst gewijzigd op 22 oktober 2025
Autistische studenten brengen talenten met zich mee, maar lopen ook tegen belemmeringen aan in het onderwijs. Denk aan: overprikkeling, onduidelijke communicatie, onverwachte veranderingen en uitdagingen rond plannen. Met meer kennis, begrip en enkele aanpassingen draag je als docent bij aan een leeromgeving waarin zij beter tot hun recht komen. In deze onderwijstip lees je hoe je dat doet.

Goed om te weten
Autisme betekent dat iemand informatie en prikkels anders verwerkt dan gemiddeld. Dit kan zowel voordelen hebben als beperkende gevolgen, vooral in een onderwijsomgeving die daar niet op ingericht is. Autisme is een spectrum – dat verwijst naar de grote diversiteit in hoe autisme zich uit. Elke student met autisme is anders: in behoeften, in communicatiestijl, in prikkelniveau of behoefte aan structuur. Ga daarom niet uit van een vast beeld of stereotype, maar ga altijd in gesprek met de student. Wat voor de één werkt, kan voor de ander juist belastend zijn. Vermijd aannames en vraag wat helpend is.  

Autisme is een vorm van neurodivergentie en valt onder neurodiversiteit, lees meer over hoe je rekening houdt met neurodivergente studenten in het algemeen.  

Deze onderwijstip is ontwikkeld in samenwerking met het team Toegankelijk Onderwijs VU.

Ben jij docent en neurodivergent?

Dan is Univers het VU-netwerk voor jou.

Zo houd je rekening met studenten met autisme

  • Tip 1: bied voorspelbaarheid in je onderwijs

    Studenten met autisme hebben vaak behoefte aan structuur en voorspelbaarheid. Een vast weekritme, duidelijke formats voor opdrachten en herkenbare opbouw van je lessen helpen hierbij. Onverwachte veranderingen kunnen veel stress opleveren. Zorg dat cursusinformatie op Canvas, in de syllabus en tijdens lessen eenduidig en volledig is. Houd je aan wat je communiceert, en kondig wijzigingen tijdig en expliciet aan. 

    Lever lesmateriaal van tevoren aan. Geef schriftelijke opdrachtformuleringen inclusief de stappen die de studenten moeten zetten. Bied waar mogelijk informatie op verschillende manieren aan (bijvoorbeeld mondeling en in video en tekst). Begin elke les met een kort overzicht of agenda op het bord, zodat studenten weten wat ze kunnen verwachten. 

  • Tip 2: geef heldere en expliciete instructies

    Vage of impliciete aanwijzingen kunnen verwarrend zijn. Autistische studenten geven aan dat ze behoefte hebben aan concrete instructies waarin duidelijk staat wat ze moeten doen, hoe ze het moeten doen, en waarom. Benoem ook het verwachte eindproduct. Als dat soms verschilt, geef dan per opdracht expliciet aan wat je verwacht – inconsistentie kan namelijk tot kortsluiting leiden. 

    Wees gestructureerd en duidelijk in het geven van instructies. Gebruik heldere en letterlijke taal, eenduidige formuleringen en een overzichtelijke lay-out. Gebruik bijvoorbeeld ondersteunende visuele hulpmiddelen zoals checklists, stappenplannen of pictogrammen om instructies te verduidelijken. 

    Bijvoorbeeld: 

    Niet zo: "Misschien is het handig om alvast na te denken over het onderwerp van je paper." 

    Wel zo: "Kies deze week een onderwerp voor je paper en lever dit uiterlijk zondag 17:00 uur in via Canvas. In week 3 geef je een korte presentatie van je voorlopige hoofdvraag."  

  • Tip 3: help bij het onderscheiden van hoofd- en bijzaken

    In teksten, slides of uitleg is het soms onduidelijk wat de kern is. Studenten met autisme hebben baat bij hulpmiddelen die hoofd- en bijzaken onderscheiden, omdat ze vaak veel oog voor detail hebben. Denk aan het markeren van kernpunten, samenvattingen of het aanbieden van een visualisatie. In digitale leeromgevingen kun je met opmaak, koppen of iconen duidelijk maken wat centraal staat. 

  • Tip 4: beperk overprikkeling – fysiek, digitaal en sociaal

    Fel licht, harde geluiden, drukke ruimtes, onverwachte sociale eisen en veel informatie in één keer kunnen overweldigend zijn. Autistische studenten ervaren deze prikkels vaak intenser en kunnen hierdoor hun focus verliezen. Ook digitale leeromgevingen kunnen overprikkelen door onoverzichtelijke pagina's of te veel informatie tegelijk. Sociale overprikkeling kan ontstaan als er onverwacht of spontaan sociale activiteiten gedaan worden in de les. Een rustige omgeving, zowel fysiek, digitaal als sociaal, ondersteunt het leerproces. 

    Studenten geven daarnaast aan baat te hebben bij praktische hulpmiddelen om overprikkeling tegen te gaan zoals:

    • oordoppen of een koptelefoon tegen omgevingsgeluid;
    • een zonnebril of pet tegen fel licht in onderwijsruimtes;
    • zelf verlichting kunnen regelen in een ruimte;
    • een fidget toy om mee te stimmen (friemelen om te ontprikkelen) tijdens de les;
    • vaker pauze mogen houden of zich even kunnen afzonderen;
    • een aankondiging van de pauzes zodat de overgang rustiger verloopt.
  • Tip 5: maak digitale leeromgevingen consistent en toegankelijk

    Studenten met autisme hebben baat bij een consistente lay-out, duidelijke navigatie en eenvoudige taal in digitale leeromgevingen. Grote hoeveelheden informatie tegelijk zijn lastig te verwerken. Zorg dat informatie logisch geordend is en verspreid over meerdere, overzichtelijke pagina’s. Gebruik geen plotselinge visuele updates zonder uitleg – dit kan verwarrend of ontregelend zijn. 

    Daarnaast hebben autistische studenten vaak de behoefte aan digitale personalisatie, zoals de tekstweergave aanpassen (grootte, regelafstand, kleuren) of informatie omzetten in visualisaties of mindmaps. Een centrale, goed vindbare plek voor alle studie-informatie is daarbij handig. 

  • Tip 6: wees flexibel met aanwezigheid en toetsvormen

    Voor sommige autistische studenten is het lastig om structureel aanwezig te zijn bij lessen, bijvoorbeeld door overprikkeling, stress, sociale uitputting of andere obstakels. Ook groepswerk of langdurige toetsen kunnen moeilijk zijn. Flexibiliteit in aanwezigheidsplicht, alternatieve toetsvormen (zoals mondelinge tentamens of take-home opdrachten) en extra tijd kunnen hierin ondersteunend zijn. 

    Geef tijdig schriftelijke informatie over de toetsvorm, inhoud, beoordeling, lokaal en betrokken docent. Geef waar mogelijk een checklist of rubric mee, zodat studenten precies weten waarop ze beoordeeld worden. Spreid toetsmomenten en deadlines waar mogelijk goed uit. Bied waar passend alternatieve toetsvormen, extra tijd en een prikkelarme toetsomgeving. Laat studenten indien nodig pauze nemen tijdens een toets. 

  • Tip 7: ondersteun bij planning en organisatie

    Studenten met autisme hebben soms moeite met het plannen van taken en organiseren van hun studie. Meer structuur en begeleiding kan hierbij helpen. Denk aan: 

    • tussentijdse deadlines of reminders;
    • begeleiding door studieadviseurs;
    • trainingen over timemanagement en studeren met autisme;
    • hulp bij het ontwikkelen van een studiemethode;
    • opsplitsen van taken;
    • waar mogelijk (en als dit past bij de student) werken in tweetallen of met een studiemaatje;
    • monitoring van tussentijdse voortgang;
    • duidelijke afspraken over taakverdeling en communicatie bij groepswerk.
  • Tip 8: verwacht geen zichtbare signalen – wees laagdrempelig benaderbaar

    Niet alle autistische studenten hebben een diagnose of maken dit kenbaar, sommigen maskeren hun autisme bewust of onbewust. Het komt vaak voor dat ze niet uit zichzelf aangeven waar ze tegenaan lopen, ook als ze vastlopen. Sommige autistische studenten keren dan nog meer in zichzelf en hebben moeite om hulp te vragen. Het kan verleidelijk zijn om alleen te reageren op of oordelen over zichtbare signalen aan de oppervlakte zoals slechte prestaties of schijnbare desinteresse. Wacht dus niet op hulpvragen, maar creëer een open en benaderbare sfeer waarin studenten weten dat er ruimte is voor maatwerk, zonder dat ze zich hoeven te verantwoorden of schamen. Door standaard duidelijke informatie, structuur en ruimte voor overleg te bieden, ondersteun je ook studenten die zich niet expliciet melden of daar een drempel in voelen.  

  • Tip 9: voorkom vooroordelen en uitsluiting

    Het is belangrijk om vooroordelen te vermijden. Zinnen als “iedereen is een beetje autistisch” of “je ziet er helemaal niet autistisch uit” kunnen kwetsend en ontkennend overkomen. Ook goedbedoelde opmerkingen kunnen bijdragen aan onbegrip. Studenten met autisme besteden dagelijks veel energie aan het aanpassen aan de onderwijsomgeving en in sociale situaties. Vat het dus niet als onbeleefd op als iemand je bijvoorbeeld niet wil aankijken, dit kost sommige autistische studenten bijzonder veel energie. 

    Wees ook alert op subtiele vormen van uitsluiting of pestgedrag. Studenten met autisme kunnen kwetsbaar zijn voor sociale onveiligheid, juist als ze zich stilhouden of veel moeite doen om zich aan te passen. 

  • Tip 10: wijs op ondersteuningsmogelijkheden

    Studenten kunnen binnen de VU gebruik maken van voorzieningen zoals prikkelarme toetsruimtes, extra tijd, een studiecoach, begeleiding voor studenten met autisme of het Studentenondersteuningsfonds. Maar niet alle studenten weten dat, wijs ze dus op deze mogelijkheden, te vinden via het Infopunt Studeren met een Functiebeperking. Verwijs bij aanhoudende stress of angst ook naar de studentenpsychologen van de VU of andere vormen van mentale ondersteuning.

Wist je dat?

In dit artikel spreken we van ‘autist’, ‘is autistisch’ en ‘heeft autisme’. Dit is een bewuste keuze omdat er binnen de autismegemeenschap in Nederland geen duidelijke voorkeur is voor het zogeheten ‘identity first’ (ik ben autistisch) of ‘person first’ (ik heb autisme). Uit internationaal onderzoek blijkt wel dat er een voorkeur is voor ‘identity first’. Het is in contact met studenten daarom belangrijk dat je ze zelf laat bepalen op welke manier ze over autisme praten. 

Meer weten? 

De tips voor activerend blended onderwijs worden mogelijk gemaakt door het VU Centre for Teaching & Learning.

Meer didactische tips

Direct naar

Homepage Cultuur op de campus Sportcentrum VU Dashboard

Studie

Academische jaarkalender Studiegids Rooster Canvas

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas Digitale toegankelijkheid

ĢƵ

Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookie instellingen Webarchief

Copyright © 2025 - ĢƵ