ղ’s richt zich op het fenomeen waarbij dansers niet alleen fysiek, maar ook emotioneel en mentaal reageren op muzikale ritmes. Dit fenomeen staat bekend als sensorimotorische synchronisatie.
Sensorimotorische synchronisatie
Talebi: “Sensorimotorische synchronisatie is een wezenlijk menselijk gedrag en de primaire vorm van dansen op muziek. Tijdens deze synchronisatie ondergaat de danser een fysiek, emotioneel en mentaal samenspel met het ritme. Naarmate de voorstelling zich ontwikkelt, groeit dit narratief verder door de aanwezigheid van publiek en andere theatrale elementen—wat leidt tot een voorstelling die meer is dan de som der delen en die door elk publiek anders kan worden ervaren.”
Vier mechanismen
Volgens Talebi spelen vier mechanismen een rol in de narratieve representatie tijdens synchronisatie. “Deze omvatten de manier waarop beweging betekenis krijgt, symbolische gebaren die begrippen als verdriet of kracht uitdrukken, de emoties die door de danser worden opgeroepen en de empathische betrokkenheid van het publiek bij de bewegingen van de danser. Samen zorgen deze elementen ervoor dat het publiek niet slechts toeschouwer is, maar actief meedeelt in de ervaring op het podium.”
Variaties en invloeden
Synchronisatie kent vele vormen, afhankelijk van duur, volgorde, welke lichaamsdelen worden gebruikt en in welke mate de bewegingen overeenkomen met de muziek. Elke variatie draagt een eigen betekenis, roept verschillende beelden en emoties op en wordt sterk beïnvloed door tijd en ruimte. Talebi merkt op: “Uit het onderzoek bleek ook dat de coördinatie van bewegingen met muziek beïnvloed kan worden door contextuele factoren. Herhaling binnen de muziek speelt hierbij bijvoorbeeld een belangrijke rol. Dat is relevant, omdat het ons helpt te begrijpen hoe mensen kunnen anticiperen op wat er komt.”
Relevantie voor de praktijk
De bevindingen zijn van belang voor de beroepspraktijk. Ze kunnen ondersteuning bieden bij de opleiding van balletstudenten en van nut zijn voor choreografen, dirigenten, componisten en artistiek leiders. “Een beter begrip van het samenspel tussen muziek en dans maakt het mogelijk om voorstellingen te creëren die het narratief krachtiger overbrengen. Het helpt dansers ook om dieper in hun rol te kruipen en die rol gevoeliger en helderder over te brengen op het publiek,” aldus Talebi. “Ten slotte kan het critici en toeschouwers helpen om dans en klassiek ballet beter te begrijpen en te waarderen.”
Onderzoeksmethodologie
ղ’s studie bestond uit interviews met choreografen, artistiek leiders van balletgezelschappen en dansdocenten. Daarnaast gebruikte hij een getrianguleerd kwalitatief onderzoeksmodel, waarbij hij relevante literatuur combineerde met interviews met dansers en observaties van repetities en livevoorstellingen. Tot slot zette Talebi Motion Capture-technologie in om te analyseren hoe de voetbewegingen van dansers synchroon liepen met het muzikale ritme tijdens de solo-uitvoering van de techniek 'Promenade in Arabesque'.