Vicedecaan Onderwijs Mariëtte Huizinga: “Met deze visie kunnen we bewuster kiezen: voor de inhoud van ons onderwijs, én hoe we omgaan met de uitdagingen van deze tijd. Want wat geef je je studenten mee om straks hun weg te vinden in een wereld vol verandering?”
Vandaag spreken we Mariëtte Huizinga over het hoe en waarom van deze nieuwe koers.
Wat maakte dat jullie opnieuw naar het onderwijs zijn gaan kijken?
“Er verandert veel, zowel in de maatschappij als binnen onze universiteit. Studenten worden straks geconfronteerd met complexe vraagstukken rond gezondheid, ongelijkheid of gedrag. En daar willen wij ze goed op voorbereiden – met kennis, maar ook met vaardigheden en inzicht in hun toekomstige rol in de samenleving.
Tegelijkertijd zijn we als faculteit historisch gezien vrij divers georganiseerd. Met deze visie brengen we daar meer samenhang in aan. Het sluit bovendien goed aan bij waar we als VU voor staan: maatschappelijk betrokken zijn, kritisch denken stimuleren en inzetten op levenslang leren.”
Die visie komt precies op een moment dat er flink bezuinigd moet worden. Gaat dat samen?
“Dat is inderdaad een uitdaging. Toen we begonnen met de visie, was de noodzaak tot financiële bijsturing nog niet aan de orde. Maar inmiddels helpt het dat we een heldere koers hebben. Zo kunnen we scherpe keuzes maken die inhoudelijk kloppen én bijdragen aan toekomstbestendig onderwijs.
We kijken bijvoorbeeld kritisch naar overlap in vakken en toetsmomenten, en zoeken naar werkvormen die niet alleen haalbaar zijn, maar ook het leerproces versterken – zoals blended learning en activerend onderwijs. Zo benutten we de ruimte die er wél is optimaal.”
Zo’n visie ontwikkel je niet in je eentje achter een bureau. Hoe hebben jullie dat aangepakt?
“Dat klopt helemaal. We hebben dit echt samen gedaan: met opleidingsdirecteuren, docenten, studenten en alumni. Meer dan dertig mensen hebben actief meegedacht. In verschillende gesprekken en werksessies ontdekten we wat ons verbindt – en dat bleek verrassend veel te zijn.
De visie is dan ook geen volledig nieuwe koers, maar een verdiepte, gezamenlijke stap. De visie sluit aan op wat al goed werkt, maar geeft daar scherper richting aan – met meer focus op maatschappelijke impact, samenwerking en meer ruimte voor studenten om hun eigen pad te kiezen.”
Jullie faculteit is behoorlijk divers. Hoe breng je dan toch één lijn aan?
“De inhoudelijke samenhang zit in de drie centrale thema’s: Body, Mind en Change. Die verbinden de opleidingen Bewegingswetenschappen, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen op een natuurlijke manier.
Daarnaast werken we vanuit drie pijlers: studenten ontwikkelen verschillende capaciteiten, leren samenwerken over de grenzen van hun vakgebied heen, en nemen steeds meer regie over hun eigen leerproces. Dat zie je straks bijvoorbeeld terug in het mentoraat, in real-life opdrachten en in hoe we studenten begeleiden bij hun professionele ontwikkeling.”
Marieke Toffolo, universitair docent Klinische Psychologie:
“Het is zó belangrijk dat we als faculteit een gedeelde onderwijsvisie hebben die ook echt terugkomt in de opleidingen. Voor mij was het heel waardevol om mee te denken over hoe we dat binnen Psychologie doen. Je krijgt meer zicht op overlap en hiaten in het curriculum, en welke kant we op willen. Zelf zie ik beter hoe mijn vak erin past, en voor studenten is het fijn dat ze snappen waar ze naartoe werken.”
En voor docenten? Wat betekent die visie concreet voor hun werk?
“Voor docenten betekent het dat we meer aandacht besteden aan samenhang en afstemming – binnen én tussen vakken. Zodat studenten het onderwijs als een logisch geheel ervaren. In de bacheloropleidingen zijn we gestart met leerlijnen die daarbij helpen.
Daarnaast blijven actief en zelfgestuurd leren belangrijke speerpunten. Studenten krijgen meer verantwoordelijkheid voor hun leerproces, en docenten krijgen de tools om dat goed te begeleiden.”
Hoe worden docenten hier precies in ondersteund?
“Het VU Centre for Teaching & Learning (VU CTL) speelt daarin een grote rol. Zij ondersteunen docenten bij toetsontwikkeling, activerende werkvormen en curriculumontwerp. Allemaal in lijn met de nieuwe visie. Of je nu een vak wilt vernieuwen, betere afstemming zoekt of een nieuwe toetsmethode nodig hebt: de ondersteuning is er.”
Tot slot: wat hoop je dat er over een paar jaar van deze visie zichtbaar is?
“Dat studenten merken dat hun opleiding hen niet alleen inhoudelijk sterk vormt, maar ook voorbereidt op hun rol in de samenleving. En dat we als docenten samen onderwijs bieden waar we trots op zijn: met een duidelijke koers, gedragen door iedereen. We hebben binnen FGB zoveel betrokken collega’s, en ik geloof dat we met deze visie echt iets neerzetten waar studenten én docenten beter van worden.”