Onderzoek werpt nieuw licht op de Drie-eenheid: één God door gemeenschap
Hoe kunnen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest tegelijk onderscheiden én toch één God zijn? Die vraag staat centraal in het proefschrift van theoloog Benjamin Suh, die met zijn onderzoek een toegankelijker en verdiepend inzicht biedt in een kernpunt van het christelijk geloof. Zijn studie laat zien dat de eenheid van God niet in de eerste plaats ligt in een gedeelde essentie, maar in de levendige en onlosmakelijke gemeenschap tussen drie hypostasen. Daarmee biedt het onderzoek niet alleen theologische helderheid, maar ook aanknopingspunten voor de manier waarop gelovigen vandaag hun geloof beleven en hun plaats in de samenleving verstaan.
Suh baseert zijn analyse op de trinitaire leer van de drie Cappadocische kerkvaders – Basilius de Grote, Gregorius van Nazianze en Gregorius van Nyssa – en onderzoekt daarnaast hun invloed op het denken van twee moderne theologen: Heribert Mühlen uit de westerse kerk en John Zizioulas uit de oosterse traditie. Uit zijn studie blijkt dat Basilius de Grote een vernieuwende benadering introduceerde door de eenheid van God te funderen in de gemeenschap van drie onderscheiden hypostasen, een visie die afwijkt van Athanasius’ nadruk op één gedeelde essentie. Gregorius van Nazianze gaat hierin nog een stap verder door te stellen dat juist hun oneindige onderlinge relatie de drie tot één God maakt. Gregorius van Nyssa benadrukt op zijn beurt dat hun onlosmakelijke verbondenheid en wederzijdse inwoning onmisbare elementen zijn om Gods eenheid te begrijpen.
Het werk van Heribert Mühlen sluit nauw aan bij dit Cappadocische perspectief, doordat hij de Drie-eenheid vooral relationeel definieert en het begrip van één goddelijke natuur loslaat. John Zizioulas kan worden gezien als iemand die het denken van de Cappadocische vaders kritisch herontdekt en het begrip “gemeenschap” opnieuw centraal stelt in zijn visie op de Drie-eenheid. Samen tonen deze inzichten aan dat de trinitaire leer niet statisch is, maar zich door de eeuwen heen blijft verdiepen en vernieuwen.
De maatschappelijke betekenis van dit onderzoek ligt in de manier waarop het christenen helpt hun geloof beter te begrijpen en concreet vorm te geven. Door de nadruk op gelijkwaardigheid en relatie tussen Vader, Zoon en Geest krijgen gelovigen een theologisch gefundeerde basis voor hun aanbidding en dagelijkse geloofspraktijk. Tegelijkertijd biedt het idee dat eenheid voortkomt uit gemeenschap en verbondenheid een inspirerend model voor kerk en samenleving, waarin diversiteit niet hoeft te leiden tot verdeeldheid, maar juist kan bijdragen aan een diepere samenhang.
Suhs proefschrift maakt duidelijk dat de Zoon en de Heilige Geest geen schepselen zijn, maar volledig God en gelijk aan de Vader. Daarmee bevestigt hij de Bijbelse grondslag van de verering van de drie-enige God en onderstreept hij dat christenen verlossing ontvangen door de mensgeworden Zoon, terwijl de Heilige Geest dit verlossingswerk toepast in hun leven. Zo geeft het onderzoek gelovigen niet alleen theologische zekerheid, maar ook een vernieuwde motivatie om hun geloof met overtuiging en vertrouwen te beleven.
Meer informatie over het